Als Wim Troost zijn vinger niet had opgestoken had ASML waarschijnlijk niet bestaan

Wim Troost, grondlegger van ASML aan de keukentafel © Kees Martens/DCI Media

Het ongekende succes van ASML heeft vele vaders. Wim Troost zal het niet ontkennen, maar als hij zijn vinger niet had opgestoken had de Veldhovense chipmachinefabrikant waarschijnlijk niet bestaan.

Chris Paulussen 04-07-21

Bijna 96 is hij inmiddels. Aan de keukentafel in zijn woonboerderij in Nuenen vertelt Wim Troost honderduit over zijn loopbaan bij Philips, zijn rol als grondlegger van ASML en het boek dat hij wil schrijven over gebouw TQ op Strijp-T in Eindhoven, waar hij een groot deel van zijn werkzame leven heeft doorgebracht.

En dan te bedenken dat Philips niet eens zijn eerste keus was toen hij in Delft afstudeerde als ingenieur.

Oorlog
Maar eerst was daar nog de oorlog. ,,Ik wilde geen loyaliteitsverklaring tekenen voor de Duitsers, daardoor kon ik pas na de bezetting gaan studeren. In de hongerwinter zat ik ondergedoken in Den Haag om me te onttrekken aan de arbeidsdienst. Ik ben toen dertig kilo afgevallen."

Na zijn afstuderen in de meet- en regeltechniek zou Troost bij Shell zijn begonnen als de oliemaatschappij niet als voorwaarde had gesteld dat hij de eerste twee jaar in het buitenland op de exploitatievelden ging werken. Dus werd het Philips, dat hem tijdens zijn studie al in het vizier had.

Hij kon geen nee zeggen
Op 1 september 1951 ging hij in Eindhoven aan de slag bij de hoofdindustriegroep PIT (Producten voor Industriële Toepassingen), later omgedoopt tot S&I (Science & Industry). Hij klom er op tot adjunct-directeur. Dat hij zich als dossiervreter ook verdiepte in zaken die niet direct zijn bedrijfsonderdeel betroffen en zich daar in directievergaderingen ook mee bemoeide, werd hem niet altijd in dank afgenomen.

Nog een eigenschap waardoor hij opviel: hij kon geen nee zeggen. Alle mogelijke projecten pakte hij aan. Postsorteermachines, het automatiseren van loodzetten bij krantenbedrijven, meetsystemen voor lucht- en waterverontreiniging, een radiotelescoop in Dwingelo. Technische hoogstandjes en een heel andere wereld dan die van de consumentenproducten waar de meeste mensen Philips van kennen, aldus Troost.

,,De projecten waaraan wij werkten waren complex, internationaal en vereisten een integrale aanpak waarbij nauw werd samengewerkt met de klant. Er werden heel andere eisen aan gesteld dan aan massa-artikelen als scheerapparaten en stofzuigers."

Philips dacht dat het alles kon
Het was de tijd waarin bij Philips veel kon en waarin Philips vaak ook dacht dat het alles kon. Zeker in de jaren zestig toen Frits Philips het concern leidde.

Troost herinnert zich nog hoe Frits Philips terugkwam van een bezoek aan scheepswerf Verolme in Rotterdam. ,,Hij had verteld dat wij de elektronica en besturingssystemen wel konden leveren voor supertankers. De volgende ochtend werd ik met enkele collega's in Rotterdam verwacht. Onderweg in de auto bespraken we of wij wel in staat waren om zeewaardige systemen en de bijbehorende service te leveren. De conclusie was: wij kunnen veel, maar dit is een stap te ver."

Naast opdrachten voor derden werd S&I ook geacht productiesystemen te maken voor andere bedrijfsonderdelen van Philips. ,,En die moesten altijd beter zijn dan die van de concurrentie", aldus Troost.

Daar begint ook zijn betrokkenheid bij het latere ASML. ,,In een bespreking met het Natlab kwam de lithografie-technologie voor de productie van chips ter sprake. Het onderzoek ernaar in het Natlab was zo ver gevorderd dat een productdivisie de verdere ontwikkeling op zich moest nemen. Niemand zei iets. Toen ik mijn vinger opstak, werd daar wat meesmuilend op gereageerd."

Genoeg mensen en een 'geheim' potje
De superieure technologie was er, maar het zou nog heel wat voeten in de aarde hebben voordat er een kant-en-klaar lithografiesysteem was. Intussen was al een tiental bedrijven met concurrerende systemen op de markt.

,,Door mijn goede contacten met personeelszaken kon ik snel medewerkers aantrekken die elders overtollig waren. Daarnaast had ik een 'geheim' potje. Ik rekende altijd een toeslag voor tegenslagen bij interne opdrachten. Dat potje is gaan groeien en bloeien."

Dat kon niet voorkomen dat Troost, naarmate de lithografie-ontwikkeling langer duurde en meer geld kostte, de twijfel om zich heen zag groeien. Niet alleen binnen Philips maar ook bij het ministerie van Economische Zaken dat zijn steun voor het project aan het Natlab dreigde te beëindigen. ,,Meer dan eens kreeg ik te horen: hou toch op met die verdomde lithografiemachine. De raad van bestuur verbood op een gegeven moment zelfs om ermee door te gaan."

ASMI was niet de gedroomde partner
Troost zag nog maar één mogelijkheid om de zaak te redden: een joint-venture met een Amerikaans bedrijf. Toen dat niet lukte werd uiteindelijk een partner gevonden in ASM International in Bilthoven, het bedrijf van Arthur del Prado, die naam maakte als pionier in de chipindustrie.

Phi­lips-medewer­kers zagen de joint-venture als een sterfhuis. Ik had al mijn overtui­gings­kracht nodig om een kleine vijftig Phi­lips-men­sen zover te krijgen dat zij de overstap wilden maken.

,,Het was niet de gedroomde partner. ASMI wilde graag, maar het was klein, had weinig financiële armslag en het had geen verstand van lithografie. Philips-medewerkers zagen de joint-venture als een sterfhuis. Ik had al mijn overtuigingskracht nodig om een kleine vijftig Philips-mensen zover te krijgen dat zij de overstap wilden maken."

Troost zet door en op 1 april 1984 is de oprichting van ASM Lithography een feit. ,,Ik was happy, de zaak was gered."

Als commissaris blijft hij vanuit Philips betrokken bij ASML. Als hij met pensioen gaat lijkt zijn rol uitgespeeld, maar op zijn afscheidsreceptie op 1 september 1985 wacht hem een verrassing. ,,De directeuren van ASML verschenen op de receptie met een verzoek. Zij kwamen om in het werk, of ik kon komen helpen met alle zaken die niet met lithografie te maken hadden."

Troost steekt opnieuw de handen uit de mouwen. ,,De verhuizing van de houten barak op Strijp naar de nieuwbouw in Veldhoven, het vlaggenprotocol bij buitenlands bezoek, de sleutelorganisatie, de bewaking, de tuin, de lijst van werkzaamheden telde op tot zeventig onderwerpen."

Op de zaak passen tot er een opvolger is
In maart 1987 vindt hij het mooi geweest. Veel rust wordt hem opnieuw niet gegund. In de zomer van datzelfde jaar klopt George de Kruiff, algemeen-directeur van Philips S&I, bij hem aan. Directeur Gjalt Smit is opgestapt bij ASML, of Troost op de zaak kan passen tot een opvolger is gevonden. Het is maar voor even. Hij moet vooral voor rust en continuïteit zorgen. De chipmarkt zit tegen, ASML is nog lang niet in veilig vaarwater en er moet fors bezuinigd worden.

Als blijkt dat de komst van een nieuwe directeur op zich laat wachten en Troost het gevoel krijgt dat hij aan het lijntje wordt gehouden, eist hij officieel te worden aangesteld als directeur. Hij loodst ASML door het crisisjaar 1988. Er wordt hard gewerkt aan een nieuwe generatie machines. De kosten gaan nog steeds voor de baat uit. Als ASMI de ontwikkelingen financieel niet meer kan bijbenen, ziet Troost zich in 1988 genoodzaakt om afscheid te nemen van de partner die hij als 'redder' heeft binnengehaald. Philips is dan nog de enige aandeelhouder. Halverwege 1990 zit zijn werk bij ASML erop en gaat hij opnieuw met pensioen.

Niet dat hij op zijn lauweren gaat rusten. Hij blijft tot 2003 actief als adviseur en is zelfs nog enkele jaren directeur van Delft Instruments als dat bedrijf in zwaar weer komt door een Amerikaanse boycot vanwege de levering van nachtzichtkijkers aan Irak.

Philips was te stroperig geworden
Rest nog de ambitie om een boek te schrijven over kolossale gebouw TQ op Strijp-T. Het steekt Troost dat als het over het Philips-van-vroeger gaat, er zo weinig aandacht is voor de professionele activiteiten die daar gevestigd waren. Terwijl daar toch de bakermat ligt van onder meer de chipmachines van ASML en elektronenmicroscopen van Thermo Fisher.

Met gemengde gevoelens kijkt hij ook naar de teloorgang van het in zijn tijd breed uitgewaaierde Philips, dat zich nu uitsluitend nog toelegt op medische technologie. ,,Philips-mensen trekken zich dat aan, dat is het sentiment waar Frans van Houten als bestuursvoorzitter nu over spreekt. De vraag is of het anders had gekund. Philips was te stroperig geworden en raakte op een aantal gebieden technologisch achterop. Maar niet alles is verloren. Kijk maar naar ASML. Dat bepaalt letterlijk de ontwikkelingen in de wereld met systemen waarmee steeds complexere chips worden gemaakt."

Of hij ooit had kunnen denken dat ASML zo'n vlucht zou nemen, 28.000 werknemers, een miljardenomzet en met afstand marktleider in lithografiesystemen? Troost antwoordt met enige aarzeling: ,,Nou, een beetje wel. Die ambitie stond wel in ons business plan."

bron ED